Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. wortel schieten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wortel schieten (Nederlands) in het Spaans

wortel schieten:

wortel schieten werkwoord (schiet wortel, schoot wortel, schoten wortel, wortel geschoten)

  1. wortel schieten (wortelen; vastgroeien)
    radicar; arraigar; echar raíces

Conjugations for wortel schieten:

o.t.t.
  1. schiet wortel
  2. schiet wortel
  3. schiet wortel
  4. schieten wortel
  5. schieten wortel
  6. schieten wortel
o.v.t.
  1. schoot wortel
  2. schoot wortel
  3. schoot wortel
  4. schoten wortel
  5. schoten wortel
  6. schoten wortel
v.t.t.
  1. heb wortel geschoten
  2. hebt wortel geschoten
  3. heeft wortel geschoten
  4. hebben wortel geschoten
  5. hebben wortel geschoten
  6. hebben wortel geschoten
v.v.t.
  1. had wortel geschoten
  2. had wortel geschoten
  3. had wortel geschoten
  4. hadden wortel geschoten
  5. hadden wortel geschoten
  6. hadden wortel geschoten
o.t.t.t.
  1. zal wortel schieten
  2. zult wortel schieten
  3. zal wortel schieten
  4. zullen wortel schieten
  5. zullen wortel schieten
  6. zullen wortel schieten
o.v.t.t.
  1. zou wortel schieten
  2. zou wortel schieten
  3. zou wortel schieten
  4. zouden wortel schieten
  5. zouden wortel schieten
  6. zouden wortel schieten
diversen
  1. schiet wortel!
  2. schiet wortel!
  3. wortel geschoten
  4. wortel schietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wortel schieten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arraigar vastgroeien; wortel schieten; wortelen
echar raíces vastgroeien; wortel schieten; wortelen aarden; gronden
radicar vastgroeien; wortel schieten; wortelen

Verwante vertalingen van wortel schieten