Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haaks (Nederlands) in het Frans

haaks:

haaks bijvoeglijk naamwoord

  1. haaks (rechthoekig)
    rectangulaire; à angle droit; perpendiculaire; perpendiculairement; rectangle

Vertaal Matrix voor haaks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perpendiculaire loodlijn; verticale lijn
rectangle rechthoek
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perpendiculaire haaks; rechthoekig direct; duidelijk; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; recht; recht door zee; rechtstandig; rechtstreeks; regelrecht; verticaal; zeer recht
perpendiculairement haaks; rechthoekig direct; duidelijk; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; recht; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; verticaal; zeer recht
rectangle haaks; rechthoekig
rectangulaire haaks; rechthoekig
à angle droit haaks; rechthoekig

Verwante woorden van "haaks":


Wiktionary: haaks

haaks
adjective
  1. onder een rechte hoek
haaks
adjective
  1. Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la
  2. Qui former un angle droit.
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
haaks perpendiculaire perpendicular — at or forming a right angle to

haaks vorm van haak:

haak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haak (ophanghaak)
    le crochet
    • crochet [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de haak (tekenhaak)
    le 
    • [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crochet haak; ophanghaak aanhaken; bracket; haakje; haaknaald; haakwerk; haken; hoek; hoekstoot; ophanghaakje; ophanglus; ophangvoorziening; tekenhaken; teksthaakje; trekhaak
haak; tekenhaak

Verwante woorden van "haak":


Verwante definities voor "haak":

  1. omgebogen voorwerp waar je iets aan kunt hangen1
    • hang je jas maar op de haak van de kapstok1

Wiktionary: haak

haak
noun
  1. een soort gebogen nagel, waaraan men, als deze in de muur bevestigd is, voorwerpen kan ophangen
haak
Cross Translation:
FromToVia
haak fermoir clasp — fastener or holder
haak crochet; agrafe hook — rod bent into a curved shape
haak hameçon hook — fishhook
haak crochet; portemanteau Haken — geschwungen oder eckig gekrümmte Vorrichtung zum Aufhängen oder Einhaken von Objekten, meist aus Metall, Holz oder Kunststoff geformt.