Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. effenheid:
  2. effen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor effenheid (Nederlands) in het Frans

effenheid:

effenheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. effenheid (vlakheid)
    le fait d'être uni

Vertaal Matrix voor effenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait d'être uni effenheid; vlakheid

Verwante woorden van "effenheid":


effen:

effen bijvoeglijk naamwoord

  1. effen (vlak; gelijk; egaal; )
    plat; lisse; égal; tout net; sans égards; uniformément; sans détours; sans cérémonies; uniforme
  2. effen (van één kleur)
    uni
    • uni bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor effen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lisse schering
plat diner; eten; etensbakje; gerecht; kost; kosten; maal; maaltijd; onkosten; plaat; presenteerblaadje; schotel; schoteltje; trog; uitgaaf; uitgaven; voederkrib; voedertrog; voedingsmiddelen; voedsel
uniforme tenue; uniform
égal gelijke; weerga
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lisse effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit glad neerliggend; sluik
plat effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit eenvormig; glad neerliggend; sluik; uniform
sans cérémonies effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit botweg
sans détours effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit bot; botweg; cru; direct; eerlijk; fideel; kaarsrecht; kernachtig; kortaf; lijnrecht; loodrecht; met open vizier; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; platweg; raak; recht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zonder omhaal; zonder omwegen
sans égards effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit botweg
tout net effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit bot; botweg; gladaf; kortaf; zonder omhaal
uni effen; van één kleur aaneengeregen; aaneengesloten; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; samenhangend; verbonden; verenigd
uniforme effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit compatibel; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkslachtig; gelijkvormig; hetzelfde; homogeen; identiek; net zo; uniform; verenigbaar
uniformément effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit eenvormig; uniform
égal effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit analoog; congruent; desgelijks; dito; eender; eenvormig; evenzo; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; idem; idem dito; identiek; net zo; om het even; ook; op dezelfde wijze; precies hetzelfde; precies zo; soortgelijk; uniform

Verwante woorden van "effen":


Wiktionary: effen