Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ineenschrompelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ineenschrompelen (Nederlands) in het Frans

ineenschrompelen:

ineenschrompelen werkwoord (schrompel ineen, schrompelt ineen, schrompelde ineen, schrompelden ineen, ineengeschrompeld)

  1. ineenschrompelen (ineenkrimpen; schrompelen)

Conjugations for ineenschrompelen:

o.t.t.
  1. schrompel ineen
  2. schrompelt ineen
  3. schrompelt ineen
  4. schrompelen ineen
  5. schrompelen ineen
  6. schrompelen ineen
o.v.t.
  1. schrompelde ineen
  2. schrompelde ineen
  3. schrompelde ineen
  4. schrompelden ineen
  5. schrompelden ineen
  6. schrompelden ineen
v.t.t.
  1. ben ineengeschrompeld
  2. bent ineengeschrompeld
  3. is ineengeschrompeld
  4. zijn ineengeschrompeld
  5. zijn ineengeschrompeld
  6. zijn ineengeschrompeld
v.v.t.
  1. was ineengeschrompeld
  2. was ineengeschrompeld
  3. was ineengeschrompeld
  4. waren ineengeschrompeld
  5. waren ineengeschrompeld
  6. waren ineengeschrompeld
o.t.t.t.
  1. zal ineenschrompelen
  2. zult ineenschrompelen
  3. zal ineenschrompelen
  4. zullen ineenschrompelen
  5. zullen ineenschrompelen
  6. zullen ineenschrompelen
o.v.t.t.
  1. zou ineenschrompelen
  2. zou ineenschrompelen
  3. zou ineenschrompelen
  4. zouden ineenschrompelen
  5. zouden ineenschrompelen
  6. zouden ineenschrompelen
diversen
  1. schrompel ineen!
  2. schrompelt ineen!
  3. ineengeschrompeld
  4. ineenschrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ineenschrompelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se contracter ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen afnemen; contracteren; inkrimpen; krimpen; minder worden; samentrekken; slinken; verkleinen; verminderen
se crisper ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen
se ratatiner ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen indrogen; samentrekken; schrompelen; slinken; verschrompelen
se rétrécir ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen afnemen; inkrimpen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen
se serrer ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen inschikken