Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. snipperen:
  2. snipper:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snipperen (Nederlands) in het Frans

snipperen:

snipperen werkwoord (snipper, snippert, snipperde, snipperden, gesnipperd)

  1. snipperen (versnipperen; verknippen)
    fragmenter; morceler; couper en petits morceaux
    • fragmenter werkwoord
    • morceler werkwoord (morcelle, morcelles, morcelons, morcelez, )

Conjugations for snipperen:

o.t.t.
  1. snipper
  2. snippert
  3. snippert
  4. snipperen
  5. snipperen
  6. snipperen
o.v.t.
  1. snipperde
  2. snipperde
  3. snipperde
  4. snipperden
  5. snipperden
  6. snipperden
v.t.t.
  1. heb gesnipperd
  2. hebt gesnipperd
  3. heeft gesnipperd
  4. hebben gesnipperd
  5. hebben gesnipperd
  6. hebben gesnipperd
v.v.t.
  1. had gesnipperd
  2. had gesnipperd
  3. had gesnipperd
  4. hadden gesnipperd
  5. hadden gesnipperd
  6. hadden gesnipperd
o.t.t.t.
  1. zal snipperen
  2. zult snipperen
  3. zal snipperen
  4. zullen snipperen
  5. zullen snipperen
  6. zullen snipperen
o.v.t.t.
  1. zou snipperen
  2. zou snipperen
  3. zou snipperen
  4. zouden snipperen
  5. zouden snipperen
  6. zouden snipperen
en verder
  1. ben gesnipperd
  2. bent gesnipperd
  3. is gesnipperd
  4. zijn gesnipperd
  5. zijn gesnipperd
  6. zijn gesnipperd
diversen
  1. snipper!
  2. snippert!
  3. gesnipperd
  4. snipperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor snipperen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couper en petits morceaux snipperen; verknippen; versnipperen
fragmenter snipperen; verknippen; versnipperen
morceler snipperen; verknippen; versnipperen brokkelen; kruimelen

Verwante woorden van "snipperen":


snipperen vorm van snipper:

snipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snipper (stukje papier)
    la pièce de papier

Vertaal Matrix voor snipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pièce de papier snipper; stukje papier

Verwante woorden van "snipper":