Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verrijden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verrijden (Nederlands) in het Frans

verrijden:

verrijden werkwoord (verrijd, verrijdt, verreed, verreden, verreden)

  1. verrijden (verplaatsen)
    déplacer
    • déplacer werkwoord (déplace, déplaces, déplaçons, déplacez, )

Conjugations for verrijden:

o.t.t.
  1. verrijd
  2. verrijdt
  3. verrijdt
  4. verrijden
  5. verrijden
  6. verrijden
o.v.t.
  1. verreed
  2. verreed
  3. verreed
  4. verreden
  5. verreden
  6. verreden
v.t.t.
  1. heb verreden
  2. hebt verreden
  3. heeft verreden
  4. hebben verreden
  5. hebben verreden
  6. hebben verreden
v.v.t.
  1. had verreden
  2. had verreden
  3. had verreden
  4. hadden verreden
  5. hadden verreden
  6. hadden verreden
o.t.t.t.
  1. zal verrijden
  2. zult verrijden
  3. zal verrijden
  4. zullen verrijden
  5. zullen verrijden
  6. zullen verrijden
o.v.t.t.
  1. zou verrijden
  2. zou verrijden
  3. zou verrijden
  4. zouden verrijden
  5. zouden verrijden
  6. zouden verrijden
diversen
  1. verrijd!
  2. verrijdt!
  3. verreden
  4. verrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déplacer verplaatsen; verrijden disloqueren; iets verplaatsen; opschuiven; overplaatsen; overzetten; plaats maken; roeren; standplaats veranderen; transponeren; transporteren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten