Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vertederen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vertederen (Nederlands) in het Frans

vertederen:

vertederen werkwoord (verteder, vertedert, vertederde, vertederden, vertederd)

  1. vertederen
    émouvoir; adoucir; attendrir; radoucir; amollir; s'attendrir; se ramollir
    • émouvoir werkwoord (émeus, émeut, émouvons, émouvez, )
    • adoucir werkwoord (adoucis, adoucit, adoucissons, adoucissez, )
    • attendrir werkwoord (attendris, attendrit, attendrissons, attendrissez, )
    • radoucir werkwoord (radoucis, radoucit, radoucissons, radoucissez, )
    • amollir werkwoord (amollis, amollit, amollissons, amollissez, )
    • s'attendrir werkwoord
    • se ramollir werkwoord

Conjugations for vertederen:

o.t.t.
  1. verteder
  2. vertedert
  3. vertedert
  4. vertederen
  5. vertederen
  6. vertederen
o.v.t.
  1. vertederde
  2. vertederde
  3. vertederde
  4. vertederden
  5. vertederden
  6. vertederden
v.t.t.
  1. heb vertederd
  2. hebt vertederd
  3. heeft vertederd
  4. hebben vertederd
  5. hebben vertederd
  6. hebben vertederd
v.v.t.
  1. had vertederd
  2. had vertederd
  3. had vertederd
  4. hadden vertederd
  5. hadden vertederd
  6. hadden vertederd
o.t.t.t.
  1. zal vertederen
  2. zult vertederen
  3. zal vertederen
  4. zullen vertederen
  5. zullen vertederen
  6. zullen vertederen
o.v.t.t.
  1. zou vertederen
  2. zou vertederen
  3. zou vertederen
  4. zouden vertederen
  5. zouden vertederen
  6. zouden vertederen
diversen
  1. verteder!
  2. vertedert!
  3. vertederd
  4. vertederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vertederen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoucir vertederen lenigen; ontharden; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week worden; zachtmaken
amollir vertederen ontharden; vermurwen; verweken; zachtmaken
attendrir vertederen aangrijpen; ontharden; ontroeren; vermurwen; verweken; zachtmaken
radoucir vertederen in de week zetten; lenigen; ontharden; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week maken; weken; zachtmaken
s'attendrir vertederen vermurwen
se ramollir vertederen in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; week worden; weken; zachtmaken
émouvoir vertederen aangrijpen; ontroeren; raken; treffen; vermurwen

Wiktionary: vertederen

vertederen
verb
  1. teder stemmen