Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bespioneren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bespioneren in het Nederlands

bespioneren:

bespioneren werkwoord (bespioneer, bespioneert, bespioneerde, bespioneerden, bespioneerd)

  1. bespioneren
    bespieden; spieden; spioneren; bespioneren
    • bespieden werkwoord (bespied, bespiedt, bespiedde, bespiedden, bespied)
    • spieden werkwoord (spied, spiedt, spiedde, spiedden, gespied)
    • spioneren werkwoord (spioneer, spioneert, spioneerde, spioneerden, gespioneerd)
    • bespioneren werkwoord (bespioneer, bespioneert, bespioneerde, bespioneerden, bespioneerd)

Conjugations for bespioneren:

o.t.t.
  1. bespioneer
  2. bespioneert
  3. bespioneert
  4. bespioneren
  5. bespioneren
  6. bespioneren
o.v.t.
  1. bespioneerde
  2. bespioneerde
  3. bespioneerde
  4. bespioneerden
  5. bespioneerden
  6. bespioneerden
v.t.t.
  1. heb bespioneerd
  2. hebt bespioneerd
  3. heeft bespioneerd
  4. hebben bespioneerd
  5. hebben bespioneerd
  6. hebben bespioneerd
v.v.t.
  1. had bespioneerd
  2. had bespioneerd
  3. had bespioneerd
  4. hadden bespioneerd
  5. hadden bespioneerd
  6. hadden bespioneerd
o.t.t.t.
  1. zal bespioneren
  2. zult bespioneren
  3. zal bespioneren
  4. zullen bespioneren
  5. zullen bespioneren
  6. zullen bespioneren
o.v.t.t.
  1. zou bespioneren
  2. zou bespioneren
  3. zou bespioneren
  4. zouden bespioneren
  5. zouden bespioneren
  6. zouden bespioneren
diversen
  1. bespioneer!
  2. bespioneert!
  3. bespioneerd
  4. bespionerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze