Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. betrappen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor betrappen in het Nederlands

betrappen:

betrappen werkwoord (betrap, betrapt, betrapte, betrapten, betrapt)

  1. betrappen
    snappen; betrappen
    • snappen werkwoord (snap, snapt, snapte, snapten, gesnapt)
    • betrappen werkwoord (betrap, betrapt, betrapte, betrapten, betrapt)

Conjugations for betrappen:

o.t.t.
  1. betrap
  2. betrapt
  3. betrapt
  4. betrappen
  5. betrappen
  6. betrappen
o.v.t.
  1. betrapte
  2. betrapte
  3. betrapte
  4. betrapten
  5. betrapten
  6. betrapten
v.t.t.
  1. heb betrapt
  2. hebt betrapt
  3. heeft betrapt
  4. hebben betrapt
  5. hebben betrapt
  6. hebben betrapt
v.v.t.
  1. had betrapt
  2. had betrapt
  3. had betrapt
  4. hadden betrapt
  5. hadden betrapt
  6. hadden betrapt
o.t.t.t.
  1. zal betrappen
  2. zult betrappen
  3. zal betrappen
  4. zullen betrappen
  5. zullen betrappen
  6. zullen betrappen
o.v.t.t.
  1. zou betrappen
  2. zou betrappen
  3. zou betrappen
  4. zouden betrappen
  5. zouden betrappen
  6. zouden betrappen
diversen
  1. betrap!
  2. betrapt!
  3. betrapt
  4. betrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor betrappen