Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Zoek: geducht

Nederlandse zoekresultaten voor: geducht

Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. geducht:
  2. duchten:

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor geducht in het Nederlands

geducht:

geducht bijvoeglijk naamwoord

  1. geducht
    in hoge mate; geducht
  2. geducht
    angstwekkend; geducht; vervaarlijk; vreeswekkend

Verwante woorden van "geducht":

  • geduchtheid, geduchter, geduchtere, geduchte

geducht vorm van duchten:

duchten werkwoord (ducht, duchtte, duchtten, geducht)

  1. duchten
    duchten
    • duchten werkwoord (ducht, duchtte, duchtten, geducht)

Conjugations for duchten:

o.t.t.
  1. ducht
  2. ducht
  3. ducht
  4. duchten
  5. duchten
  6. duchten
o.v.t.
  1. duchtte
  2. duchtte
  3. duchtte
  4. duchtten
  5. duchtten
  6. duchtten
v.t.t.
  1. heb geducht
  2. hebt geducht
  3. heeft geducht
  4. hebben geducht
  5. hebben geducht
  6. hebben geducht
v.v.t.
  1. had geducht
  2. had geducht
  3. had geducht
  4. hadden geducht
  5. hadden geducht
  6. hadden geducht
o.t.t.t.
  1. zal duchten
  2. zult duchten
  3. zal duchten
  4. zullen duchten
  5. zullen duchten
  6. zullen duchten
o.v.t.t.
  1. zou duchten
  2. zou duchten
  3. zou duchten
  4. zouden duchten
  5. zouden duchten
  6. zouden duchten
diversen
  1. ducht!
  2. ducht!
  5. geducht
  6. duchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0147 seconde
Page rendered in 1.0 seconds