Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. meemaken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor meemaken in het Nederlands

meemaken:

meemaken werkwoord (maak mee, maakt mee, maakte mee, maakten mee, meegemaakt)

  1. meemaken
    meemaken
    • meemaken werkwoord (maak mee, maakt mee, maakte mee, maakten mee, meegemaakt)
  2. meemaken
    – het ervaren van iets 1
    meemaken; beleven
    – het ervaren van iets 1
    • meemaken werkwoord (maak mee, maakt mee, maakte mee, maakten mee, meegemaakt)
      • Pam maakt altijd spannende dingen mee1
    • beleven werkwoord (beleef, beleeft, beleefde, beleefden, beleefd)
      • ik hoop dat ik dit nog mag beleven!1

Conjugations for meemaken:

o.t.t.
  1. maak mee
  2. maakt mee
  3. maakt mee
  4. maken mee
  5. maken mee
  6. maken mee
o.v.t.
  1. maakte mee
  2. maakte mee
  3. maakte mee
  4. maakten mee
  5. maakten mee
  6. maakten mee
v.t.t.
  1. heb meegemaakt
  2. hebt meegemaakt
  3. heeft meegemaakt
  4. hebben meegemaakt
  5. hebben meegemaakt
  6. hebben meegemaakt
v.v.t.
  1. had meegemaakt
  2. had meegemaakt
  3. had meegemaakt
  4. hadden meegemaakt
  5. hadden meegemaakt
  6. hadden meegemaakt
o.t.t.t.
  1. zal meemaken
  2. zult meemaken
  3. zal meemaken
  4. zullen meemaken
  5. zullen meemaken
  6. zullen meemaken
o.v.t.t.
  1. zou meemaken
  2. zou meemaken
  3. zou meemaken
  4. zouden meemaken
  5. zouden meemaken
  6. zouden meemaken
diversen
  1. maak mee!
  2. maakt mee!
  3. meegemaakt
  4. meemakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "meemaken":


Verwante definities voor "meemaken":

  1. het ervaren van iets1
    • Pam maakt altijd spannende dingen mee1

Verwante synoniemen voor meemaken