Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. muis:
  2. mui:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor muis in het Nederlands

muis:

muis [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de muis
    de muis
    • muis [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de muis
    – binnenkant van hand waar duim aan vast zit 1
    de muis
    – binnenkant van hand waar duim aan vast zit 1
    • muis [de ~] zelfstandig naamwoord
      • op de muis van zijn hand zat een wond1
  3. de muis
    – knaagdiertje met lange kale staart 1
    de muis
    – knaagdiertje met lange kale staart 1
    • muis [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er zit een muis in de keukenkast1
  4. de muis
    – los onderdeel van computer waarmee je deze bedient 1
    de muis
    – los onderdeel van computer waarmee je deze bedient 1
    • muis [de ~] zelfstandig naamwoord
      • je moet met de muis deze knop aanwijzen1

Verwante woorden van "muis":


Verwante definities voor "muis":

  1. binnenkant van hand waar duim aan vast zit1
    • op de muis van zijn hand zat een wond1
  2. knaagdiertje met lange kale staart1
    • er zit een muis in de keukenkast1
  3. los onderdeel van computer waarmee je deze bedient1
    • je moet met de muis deze knop aanwijzen1

mui:

mui [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mui
    de mui
    • mui [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mui":