Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ontslag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ontslag in het Nederlands

ontslag:

ontslag [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ontslag
    de uitstoot; ontslaan van werknemers; het ontslag
  2. het ontslag
    het ontslag
    • ontslag [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het ontslag
    – het naar huis mogen gaan 1
    het ontslag
    – het naar huis mogen gaan 1
    • ontslag [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de vrouw werd uit het ziekenhuis ontslagen1
  4. het ontslag
    – het zeggen dat iemand niet meer voor je mag werken 1
    het ontslag
    – het zeggen dat iemand niet meer voor je mag werken 1
    • ontslag [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de man kreeg ontslag1

Verwante woorden van "ontslag":

  • ontslagen

Verwante definities voor "ontslag":

  1. het naar huis mogen gaan1
    • de vrouw werd uit het ziekenhuis ontslagen1
  2. het zeggen dat iemand niet meer voor je mag werken1
    • de man kreeg ontslag1

Verwante synoniemen voor ontslag