Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onverschilligheid in het Nederlands

onverschilligheid:

onverschilligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onverschilligheid
    de gevoelloosheid; de onverschilligheid; de ongeïnteresseerdheid; afgestomptheid; de ongevoeligheid; de gevoelsarmoede
  2. de onverschilligheid
    de onverschilligheid; de indolentie; de laksheid

Verwante woorden van "onverschilligheid":


onverschilligheid vorm van onverschillig:

onverschillig bijvoeglijk naamwoord

  1. onverschillig
    onverschillig; indifferent; laconiek; lauw; ongeïnteresseerd; ongevoelig
  2. onverschillig
    onverschillig; ongeïnteresseerd
  3. onverschillig
    onverschillig; koelbloedig; onbewogen
  4. onverschillig
    – zonder belangstelling of betrokkenheid 1
    onverschillig
    – zonder belangstelling of betrokkenheid 1
    • onverschillig bijvoeglijk naamwoord
      • hij gaf een onverschillig antwoord1

Verwante woorden van "onverschillig":


Antoniemen van "onverschillig":


Verwante definities voor "onverschillig":

  1. zonder belangstelling of betrokkenheid1
    • hij gaf een onverschillig antwoord1