Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schaars in het Nederlands

schaars:

schaars bijvoeglijk naamwoord

  1. schaars
    zeldzaam; schaars
  2. schaars
    zeldzaam; uitzonderlijk; raar; zelden; schaars; uniek; ongewoon; ongemeen
  3. schaars
    – waar maar weinig van is 1
    schaars
    – waar maar weinig van is 1
    • schaars bijvoeglijk naamwoord
      • in sommige landen is de benzine schaars1

Verwante woorden van "schaars":


Antoniemen van "schaars":


Verwante definities voor "schaars":

  1. waar maar weinig van is1
    • in sommige landen is de benzine schaars1

schaar:

schaar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schaar
    de kudde; de massa; de horde; de drom; de troep; de schaar; de schare
    • kudde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schaar
    de schaar
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de schaar
    – gereedschap dat bestaat uit twee scherpe helften die elkaar kruisen 1
    de schaar
    – gereedschap dat bestaat uit twee scherpe helften die elkaar kruisen 1
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • met de schaar knip ik het papier door1
  4. de schaar
    – grijporgaan van sommige dieren 1
    de schaar
    – grijporgaan van sommige dieren 1
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • een kreeft heeft scharen1

Verwante woorden van "schaar":


Verwante definities voor "schaar":

  1. gereedschap dat bestaat uit twee scherpe helften die elkaar kruisen1
    • met de schaar knip ik het papier door1
  2. grijporgaan van sommige dieren1
    • een kreeft heeft scharen1