Nederlandse synoniemen van slordigheid, ander woord voor slordigheid

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

slordigheid:
- wanordelijkheid; slordigheid
slordig:
- slordig; viezig; vuil; smerig; voddig; vies; morsig; ranzig; vunzig; slonzig; ongeregeld; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos; onopgeruimd

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor slordigheid in het Nederlands

de slordigheid
de wanordelijkheid; de slordigheid
- wanordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slordigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

slordig
slordig; viezig; vuil; smerig; voddig; vies; morsig; ranzig; vunzig; slonzig
- slordig bijvoeglijk naamwoord
- viezig bijvoeglijk naamwoord
- vuil bijvoeglijk naamwoord
- smerig bijvoeglijk naamwoord
- voddig bijvoeglijk naamwoord
- vies bijvoeglijk naamwoord
- morsig bijvoeglijk naamwoord
- ranzig bijvoeglijk naamwoord
- vunzig bijvoeglijk naamwoord
- slonzig bijvoeglijk naamwoord
slordig
ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos
- ongeregeld bijvoeglijk naamwoord
- slordig bijvoeglijk naamwoord
- rommelig bijvoeglijk naamwoord
- onordelijk bijvoeglijk naamwoord
- wanordelijk bijvoeglijk naamwoord
- ordeloos bijvoeglijk naamwoord
slordig
slordig; onopgeruimd
- slordig bijvoeglijk naamwoord
- onopgeruimd bijvoeglijk naamwoord
slordig

– niet precies ¹
slordig
– niet precies ¹
- slordig bijvoeglijk naamwoord
  - hij verdient zo'n slordige 3000 gulden per maand¹
slordig

– onverzorgd, niet zorgvuldig ¹
slordig
– onverzorgd, niet zorgvuldig ¹
- slordig bijvoeglijk naamwoord
  - hij heeft een slordig kapsel¹