Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. splinter:
  2. splinteren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor splinter in het Nederlands

splinter:

splinter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de splinter
    de splinter; de scherf; diggel
    • splinter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scherf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • diggel [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de splinter
    – klein stukje materiaal dat ergens vanaf is gesprongen 1
    de splinter
    – klein stukje materiaal dat ergens vanaf is gesprongen 1
    • splinter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een splinter in mijn vinger1

Verwante woorden van "splinter":


Verwante definities voor "splinter":

  1. klein stukje materiaal dat ergens vanaf is gesprongen1
    • ik heb een splinter in mijn vinger1

splinteren:

splinteren werkwoord (splinter, splintert, splinterde, splinterden, gesplinterd)

  1. splinteren
    splinteren; tot splinters breken

Conjugations for splinteren:

o.t.t.
  1. splinter
  2. splintert
  3. splintert
  4. splinteren
  5. splinteren
  6. splinteren
o.v.t.
  1. splinterde
  2. splinterde
  3. splinterde
  4. splinterden
  5. splinterden
  6. splinterden
v.t.t.
  1. ben gesplinterd
  2. bent gesplinterd
  3. is gesplinterd
  4. zijn gesplinterd
  5. zijn gesplinterd
  6. zijn gesplinterd
v.v.t.
  1. was gesplinterd
  2. was gesplinterd
  3. was gesplinterd
  4. waren gesplinterd
  5. waren gesplinterd
  6. waren gesplinterd
o.t.t.t.
  1. zal splinteren
  2. zult splinteren
  3. zal splinteren
  4. zullen splinteren
  5. zullen splinteren
  6. zullen splinteren
o.v.t.t.
  1. zou splinteren
  2. zou splinteren
  3. zou splinteren
  4. zouden splinteren
  5. zouden splinteren
  6. zouden splinteren
diversen
  1. splinter!
  2. splintert!
  3. gesplinterd
  4. splinterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "splinteren":