Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vooruitlopen op in het Nederlands

vooruitlopen op:

vooruitlopen op [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vooruitlopen op
    anticiperen; vooruitlopen op

vooruitlopen op werkwoord

  1. vooruitlopen op
    anticiperen; vooruitlopen op; vooruitkijken
    • anticiperen werkwoord (anticipeer, anticipeert, anticipeerde, anticipeerden, geanticipeerd)
    • vooruitlopen op werkwoord
    • vooruitkijken werkwoord (kijk vooruit, kijkt vooruit, keek vooruit, keken vooruit, vooruit gekeken)

Verwante synoniemen voor vooruitlopen op