Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal adresseren

Synoniemen voor "adresseren" in het Nederlands

Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. adresseren:

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor adresseren in het Nederlands

adresseren:

adresseren werkwoord (adresseer, adresseert, adresseerde, adresseerden, geadresseerd)

  1. adresseren
    adresseren; adres aanbrengen
  2. adresseren
    adresseren
    • adresseren werkwoord (adresseer, adresseert, adresseerde, adresseerden, geadresseerd)

Conjugations for adresseren:

o.t.t.
  1. adresseer
  2. adresseert
  3. adresseert
  4. adresseren
  5. adresseren
  6. adresseren
o.v.t.
  1. adresseerde
  2. adresseerde
  3. adresseerde
  4. adresseerden
  5. adresseerden
  6. adresseerden
v.t.t.
  1. heb geadresseerd
  2. hebt geadresseerd
  3. heeft geadresseerd
  4. hebben geadresseerd
  5. hebben geadresseerd
  6. hebben geadresseerd
v.v.t.
  1. had geadresseerd
  2. had geadresseerd
  3. had geadresseerd
  4. hadden geadresseerd
  5. hadden geadresseerd
  6. hadden geadresseerd
o.t.t.t.
  1. zal adresseren
  2. zult adresseren
  3. zal adresseren
  4. zullen adresseren
  5. zullen adresseren
  6. zullen adresseren
o.v.t.t.
  1. zou adresseren
  2. zou adresseren
  3. zou adresseren
  4. zouden adresseren
  5. zouden adresseren
  6. zouden adresseren
diversen
  1. adresseer!
  2. adresseert!
  5. geadresseerd
  6. adresserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor adresseren







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0632 seconde
Page rendered in 1.0 seconds