Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor arrangement in het Nederlands

arrangement:

arrangement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het arrangement
    het arrangement; de indeling; de opstelling; de schikking; de ordening; de rangschikking
  2. het arrangement
    het arrangement; de orkestratie; de instrumentatie
  3. het arrangement
    het arrangement; de regeling

Verwante woorden van "arrangement":

  • arrangementen