Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kin:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kin in het Nederlands

kin:

kin [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kin
    de kin
    • kin [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kin
    – deel van het gezicht dat onder je mond zit 1
    de kin
    – deel van het gezicht dat onder je mond zit 1
    • kin [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er zit jam aan je kin1

Verwante woorden van "kin":

  • kinnen

Verwante definities voor "kin":

  1. deel van het gezicht dat onder je mond zit1
    • er zit jam aan je kin1

Verwante synoniemen voor kin