Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor mandaat in het Nederlands

mandaat:

mandaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het mandaat
    het mandaat; de volmacht; de vergunning; de procuratie; de licentie
  2. het mandaat
    het mandaat; de lastgeving
  3. het mandaat
    het mandaat; het bevelschrift; de lastbrief
  4. het mandaat
    de opdracht; het consigne; het mandaat; de lastgeving
  5. het mandaat
    het mandaat
    • mandaat [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "mandaat":