Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. mus:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor mus in het Nederlands

mus:

mus [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mus
    de mus; gewone mus
    • mus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gewone mus [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. de mus
    – klein, grijs/bruin veel voorkomend vogeltje 1
    de mus
    – klein, grijs/bruin veel voorkomend vogeltje 1
    • mus [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de mussen pikten al het brood op1

Verwante woorden van "mus":

  • mussen

Verwante definities voor "mus":

  1. klein, grijs/bruin veel voorkomend vogeltje1
    • de mussen pikten al het brood op1

Verwante synoniemen voor mus