Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ongehoord in het Nederlands

ongehoord:

ongehoord bijvoeglijk naamwoord

  1. ongehoord
    onfatsoenlijk; ongepast; onbetamelijk; onwelvoegelijk; onbehoorlijk; ongehoord
  2. ongehoord
    onfatsoenlijk; onbehoorlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk