Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal passagier

Synoniemen voor "passagier" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

passagier:
- reiziger; inzittende; passagier

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor passagier in het Nederlands

passagier:

passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de passagier

– reiziger die meerijdt ¹
de reiziger
– iemand die een tocht maakt ¹
- reiziger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - de reiziger kwam laat in het hotel aan¹
de inzittende
- inzittende [de ~] zelfstandig naamwoord
de passagier
– reiziger die meerijdt ¹
- passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - ik kan drie passagiers meenemen in deze auto¹
de passagier

– reiziger die meerijdt ¹
de passagier
– reiziger die meerijdt ¹
- passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - ik kan drie passagiers meenemen in deze auto¹
de passagier
de passagier
- passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "passagier":

passagieren, passagiers

Verwante definities voor "passagier":

reiziger die meerijdt¹
- ik kan drie passagiers meenemen in deze auto¹

Verwante synoniemen voor passagier

meevaren als passagier

¹Muiswerk Woordenboek