Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vrijdag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vrijdag in het Nederlands

vrijdag:

vrijdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vrijdag
    de vrijdag
    • vrijdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

vrijdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vrijdag
    – de vijfde dag van de week 1
    de vrijdag
    – de vijfde dag van de week 1
    • vrijdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • op vrijdag eten we vaak vis1

Verwante woorden van "vrijdag":

  • vrijdagen, vrijdags

Verwante definities voor "vrijdag":

  1. de vijfde dag van de week1
    • op vrijdag eten we vaak vis1