Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. havik:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor havik (Nederlands) in het Zweeds

havik:

havik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de havik
    hök; falk
    • hök [-en] zelfstandig naamwoord
    • falk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor havik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falk havik valk
hök havik

Verwante woorden van "havik":

  • haviken

Wiktionary: havik

havik
noun
  1. Acipiter gentilis, een roofvogel die op kleine zoogdieren en vogels jaagt

Cross Translation:
FromToVia
havik duvhök goshawk — bird of prey
havik hök hawk — predatory bird
havik hök hawk — advocate of aggressive politics
havik hök autour — Oiseau de proie de l’ordre des Falconiformes
havik hök faucon — Partisan de l’agression