Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aanmeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanmeren (Nederlands) in het Zweeds

aanmeren:

aanmeren werkwoord

  1. aanmeren (vastmeren; aanleggen; vastleggen; )
    förtöja
    • förtöja werkwoord (förtöjer, förtöjde, förtöjt)

Vertaal Matrix voor aanmeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtöja aanleggen; aanmeren; afmeren; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren

Wiktionary: aanmeren


Cross Translation:
FromToVia
aanmeren förtöja moor — to cast anchor or become fastened
aanmeren förtöja amarrer — Lier à l’aide d’un bout d’amarrage ou une amarre un bateau...