Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. behang:
  2. behangen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor behang (Nederlands) in het Zweeds

behang:

behang [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het behang (wandbehang; behangsel; behangpapier)
    tapet
    • tapet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor behang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tapet behang; behangpapier; behangsel; wandbehang

Wiktionary: behang


Cross Translation:
FromToVia
behang hänge hanging — anything wide, high and thin that is hung
behang tapet wallpaper — decorative paper for walls
behang tapet tapisserieouvrage fait à l’aiguille sur du canevas, avec de la laine, de la soie, etc.

behangen:

behangen werkwoord (behang, behangt, behing, behingen, behangd)

  1. behangen
    tapetsera
    • tapetsera werkwoord (tapetserar, tapetserade, tapetserat)

Conjugations for behangen:

o.t.t.
  1. behang
  2. behangt
  3. behangt
  4. behangen
  5. behangen
  6. behangen
o.v.t.
  1. behing
  2. behing
  3. behing
  4. behingen
  5. behingen
  6. behingen
v.t.t.
  1. heb behangd
  2. hebt behangd
  3. heeft behangd
  4. hebben behangd
  5. hebben behangd
  6. hebben behangd
v.v.t.
  1. had behangd
  2. had behangd
  3. had behangd
  4. hadden behangd
  5. hadden behangd
  6. hadden behangd
o.t.t.t.
  1. zal behangen
  2. zult behangen
  3. zal behangen
  4. zullen behangen
  5. zullen behangen
  6. zullen behangen
o.v.t.t.
  1. zou behangen
  2. zou behangen
  3. zou behangen
  4. zouden behangen
  5. zouden behangen
  6. zouden behangen
diversen
  1. behang!
  2. behangt!
  3. behangd
  4. behangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor behangen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tapetsera behangen

Wiktionary: behangen


Cross Translation:
FromToVia
behangen tapetsera wallpaper — to cover with wallpaper
behangen tapetsera tapisserrevêtir, orner de tapisserie les murailles d’une salle, d’une chambre, etc. note Se dit en parlant de la salle, de la pièce ou en parlant des choses qui les couvrent ou les tapissent.