Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. carnivoor:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor carnivoor (Nederlands) in het Zweeds

carnivoor:

carnivoor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de carnivoor (vleeseter)
    köttätare

carnivoor bijvoeglijk naamwoord

  1. carnivoor (vleesetend)
    köttätande; köttätandet

Vertaal Matrix voor carnivoor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
köttätare carnivoor; vleeseter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
köttätande carnivoor; vleesetend
köttätandet carnivoor; vleesetend

Verwante woorden van "carnivoor":

  • carnivoren

Wiktionary: carnivoor


Cross Translation:
FromToVia
carnivoor köttätare carnivore — meat-eating animal
carnivoor köttätande carnivorous — Predatory or flesh-eating
carnivoor rovdjur Raubtier — Mitglied einer Ordnung der Säugetiere (Carnivora), welche sich im Allgemeinen räuberisch oder als Aasfresser von anderen Tieren ernährt
carnivoor rovdjur Raubtierallgemein: ein Tier, das andere Tiere fängt und frisst
carnivoor köttätare carnivore — Qui consommer de la viande.