Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. debat:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor debat (Nederlands) in het Zweeds

debat:

debat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de debat (discussie)
    diskussion; debatt
  2. de debat (twistgesprek; dispuut; woordenwisseling; )
    gräl; dispyt; ordstrid
    • gräl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dispyt [-en] zelfstandig naamwoord
    • ordstrid zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor debat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debatt debat; discussie
diskussion debat; discussie argumentering; bewijsvoering; discussie; gesprek
dispyt debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling aanvechten; bestrijden; betwisten; geargumenteer; geredeneer; geschil; onenigheid; twist
gräl debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling aanvaringen; geargumenteer; geredeneer; geschil; onenigheid; ruzies; twist
ordstrid debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling

Verwante woorden van "debat":

  • debatten

Verwante definities voor "debat":

  1. gesprek tussen voor- en tegenstanders1
    • we luisterden naar het debat in de Tweede Kamer1