Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. factor:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor factor (Nederlands) in het Zweeds

factor:

factor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de factor (element)
    faktor
    • faktor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor factor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faktor element; factor

Verwante woorden van "factor":

  • factoren, factors

Verwante definities voor "factor":

  1. omstandigheid die invloed heeft op de uitkomst1
    • je moet met alle factoren rekening houden1