Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hernemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hernemen (Nederlands) in het Zweeds

hernemen:

hernemen werkwoord (herneem, herneemt, hernam, hernamen, hernomen)

  1. hernemen (de draad weer oppakken; hervatten)
    ta upp tråden
    • ta upp tråden werkwoord (tar upp tråden, tog upp tråden, tagit upp tråden)

Conjugations for hernemen:

o.t.t.
  1. herneem
  2. herneemt
  3. herneemt
  4. hernemen
  5. hernemen
  6. hernemen
o.v.t.
  1. hernam
  2. hernam
  3. hernam
  4. hernamen
  5. hernamen
  6. hernamen
v.t.t.
  1. heb hernomen
  2. hebt hernomen
  3. heeft hernomen
  4. hebben hernomen
  5. hebben hernomen
  6. hebben hernomen
v.v.t.
  1. had hernomen
  2. had hernomen
  3. had hernomen
  4. hadden hernomen
  5. hadden hernomen
  6. hadden hernomen
o.t.t.t.
  1. zal hernemen
  2. zult hernemen
  3. zal hernemen
  4. zullen hernemen
  5. zullen hernemen
  6. zullen hernemen
o.v.t.t.
  1. zou hernemen
  2. zou hernemen
  3. zou hernemen
  4. zouden hernemen
  5. zouden hernemen
  6. zouden hernemen
en verder
  1. is hernomen
  2. zijn hernomen
diversen
  1. herneem!
  2. herneemt!
  3. hernomen
  4. hernemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hernemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ta upp tråden de draad weer oppakken; hernemen; hervatten