Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hoereren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoereren (Nederlands) in het Zweeds

hoereren:

hoereren werkwoord (hoereer, hoereert, hoereerde, hoereerden, gehoereerd)

  1. hoereren (tippelen)
    prostituera sig; gå på gatan
    • prostituera sig werkwoord (prostituerar sig, prostituerade sig, prostituerat sig)
    • gå på gatan werkwoord (går på gatan, gick på gatan, gått på gatan)
  2. hoereren (zich prostitueren)
    prostituera sig själv
    • prostituera sig själv werkwoord (prostituerar sig själv, prostituerade sig själv, prostituerat sig själv)

Conjugations for hoereren:

o.t.t.
  1. hoereer
  2. hoereert
  3. hoereert
  4. hoereren
  5. hoereren
  6. hoereren
o.v.t.
  1. hoereerde
  2. hoereerde
  3. hoereerde
  4. hoereerden
  5. hoereerden
  6. hoereerden
v.t.t.
  1. heb gehoereerd
  2. hebt gehoereerd
  3. heeft gehoereerd
  4. hebben gehoereerd
  5. hebben gehoereerd
  6. hebben gehoereerd
v.v.t.
  1. had gehoereerd
  2. had gehoereerd
  3. had gehoereerd
  4. hadden gehoereerd
  5. hadden gehoereerd
  6. hadden gehoereerd
o.t.t.t.
  1. zal hoereren
  2. zult hoereren
  3. zal hoereren
  4. zullen hoereren
  5. zullen hoereren
  6. zullen hoereren
o.v.t.t.
  1. zou hoereren
  2. zou hoereren
  3. zou hoereren
  4. zouden hoereren
  5. zouden hoereren
  6. zouden hoereren
diversen
  1. hoereer!
  2. hoereert!
  3. gehoereerd
  4. hoererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hoereren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gå på gatan hoereren; tippelen
prostituera sig hoereren; tippelen prostitueren
prostituera sig själv hoereren; zich prostitueren
- hoeren