Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onderhandelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onderhandelen (Nederlands) in het Zweeds

onderhandelen:

onderhandelen werkwoord (onderhandel, onderhandelt, onderhandelde, onderhandelden, onderhandeld)

  1. onderhandelen (marchanderen; afdingen; pingelen; sjacheren; afpingelen)
    köpslå; pruta
    • köpslå werkwoord (köpslår, köpslog, köpslagit)
    • pruta werkwoord (prutar, prutade, prutat)

Conjugations for onderhandelen:

o.t.t.
  1. onderhandel
  2. onderhandelt
  3. onderhandelt
  4. onderhandelen
  5. onderhandelen
  6. onderhandelen
o.v.t.
  1. onderhandelde
  2. onderhandelde
  3. onderhandelde
  4. onderhandelden
  5. onderhandelden
  6. onderhandelden
v.t.t.
  1. heb onderhandeld
  2. hebt onderhandeld
  3. heeft onderhandeld
  4. hebben onderhandeld
  5. hebben onderhandeld
  6. hebben onderhandeld
v.v.t.
  1. had onderhandeld
  2. had onderhandeld
  3. had onderhandeld
  4. hadden onderhandeld
  5. hadden onderhandeld
  6. hadden onderhandeld
o.t.t.t.
  1. zal onderhandelen
  2. zult onderhandelen
  3. zal onderhandelen
  4. zullen onderhandelen
  5. zullen onderhandelen
  6. zullen onderhandelen
o.v.t.t.
  1. zou onderhandelen
  2. zou onderhandelen
  3. zou onderhandelen
  4. zouden onderhandelen
  5. zouden onderhandelen
  6. zouden onderhandelen
diversen
  1. onderhandel!
  2. onderhandelt!
  3. onderhandeld
  4. onderhandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor onderhandelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
köpslå afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren afdingen; dingen; kromliggen
pruta afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren afdingen; dingen; disconteren; kromliggen

Verwante definities voor "onderhandelen":

  1. erover praten en het eens proberen te worden1
    • werkgevers en werknemers onderhandelen over de lonen1

Wiktionary: onderhandelen


Cross Translation:
FromToVia
onderhandelen förhandla; underhandla negotiate — confer to reach an agreement (intransitive)
onderhandelen behandla; traktera traiter — Traductions à trier suivant le sens