Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verwennen:
  2. Wiktionary:
    • verwennen → kela


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwennen (Nederlands) in het Zweeds

verwennen:

verwennen werkwoord (verwen, verwent, verwende, verwenden, verwend)

  1. verwennen (vertroetelen)
    skämma bort
    • skämma bort werkwoord (skämmer bort, skämde bort, skämt bort)

Conjugations for verwennen:

o.t.t.
  1. verwen
  2. verwent
  3. verwent
  4. verwennen
  5. verwennen
  6. verwennen
o.v.t.
  1. verwende
  2. verwende
  3. verwende
  4. verwenden
  5. verwenden
  6. verwenden
v.t.t.
  1. heb verwend
  2. hebt verwend
  3. heeft verwend
  4. hebben verwend
  5. hebben verwend
  6. hebben verwend
v.v.t.
  1. had verwend
  2. had verwend
  3. had verwend
  4. hadden verwend
  5. hadden verwend
  6. hadden verwend
o.t.t.t.
  1. zal verwennen
  2. zult verwennen
  3. zal verwennen
  4. zullen verwennen
  5. zullen verwennen
  6. zullen verwennen
o.v.t.t.
  1. zou verwennen
  2. zou verwennen
  3. zou verwennen
  4. zouden verwennen
  5. zouden verwennen
  6. zouden verwennen
diversen
  1. verwen!
  2. verwent!
  3. verwend
  4. verwennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwennen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skämma bort vertroetelen; verwennen bederven; vergallen; verknoeien; verpesten

Wiktionary: verwennen


Cross Translation:
FromToVia
verwennen kela choyersoigner quelqu’un avec tendresse, avec affection.
verwennen kela dorloter — soigner délicatement