Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. insats:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor insats (Zweeds) in het Spaans

insats:

insats [-en] zelfstandig naamwoord

  1. insats (entré; inträde; ankomst)
    la entrada; la llegada
    • entrada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • llegada [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor insats:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entrada ankomst; entré; insats; inträde ankomst; antagning; deponera; dörr; farstudörr; hall; huvudingång; ingång; inmatning; intagning; inträde; intåg; invasion; lemma; polisinfall; post; registration; reservation; räd; teaterbiljett; tillträde; tryckning av en historia; vestibul
llegada ankomst; entré; insats; inträde ankommande; ankomst; ingång; inträde; intåg; slutreplik

Synoniemen voor "insats":


Wiktionary: insats


Cross Translation:
FromToVia
insats esfuerzo effort — the amount of work involved in achieving something
insats esfuerzo inspanning — de fysieke moeite die men voor iets doet
insats esfuerzo Einsatzselten im Plural: Engagement
insats obra Leistungallgemein: gezielte Handlung, die zu einem bestimmten Ergebnis bzw. der Lösung einer Aufgabe führt