Element in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

element:
- onderdeel; component; deel; bestanddeel; ingrediënt; basisbestanddeel; stuk; element; fractie; radiator; radiateur; koelmantel
Wiktionary:
- element → batterij, element, radiator, beginsel, bestanddeel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor element (Zweeds) in het Nederlands

element (del; beståndsdel; ingrediens)
het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
- onderdeel [het ~] zelfstandig naamwoord
- component [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- deel [het ~] zelfstandig naamwoord
- bestanddeel [het ~] zelfstandig naamwoord
- ingrediënt [het ~] zelfstandig naamwoord
- basisbestanddeel [het ~] zelfstandig naamwoord
- stuk [het ~] zelfstandig naamwoord
- element [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fractie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
element (radiator; värmeelement; kylare på bil)
de radiator; de radiateur; de koelmantel
- radiator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- radiateur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- koelmantel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
element
element
- element

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
basisbestanddeel	beståndsdel; del; element; ingrediens
bestanddeel	beståndsdel; del; element; ingrediens
component	beståndsdel; del; element; ingrediens	registreringsdatafil
deel	beståndsdel; del; element; ingrediens	arv; bit; del; loge; loggolv; portion; stycke; volym
element	beståndsdel; del; element; ingrediens	faktor
fractie	beståndsdel; del; element; ingrediens	bit; del
ingrediënt	beståndsdel; del; element; ingrediens
koelmantel	element; kylare på bil; radiator; värmeelement
onderdeel	beståndsdel; del; element; ingrediens	komponent; reservdel
radiateur	element; kylare på bil; radiator; värmeelement
radiator	element; kylare på bil; radiator; värmeelement
stuk	beståndsdel; del; element; ingrediens	artilleri; bit; del; jättesensation; kanon; publikation; skrift; skådespel; tryckalster; underbar människa; vrålsnygg sak
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stuk		bruten; brutet; degraderad; funkar ej; i bitar; i kras; kaputt; krossad; krossat; skadad; skadat; sönder; sönderslaget; trasig; trasigt
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deel		sida vid sida
element	element

Cross Translation:

From	To	Via
• element	→ batterij	↔ cell — component of an electrical battery
• element	→ element	↔ element — alchemy: one of the four basic building blocks
• element	→ element	↔ element — place or state of being that an individual or object is better suited towards
• element	→ element	↔ element — set theory: object in a set
• element	→ element	↔ element — heating element
• element	→ element	↔ entry — term in a matrix
• element	→ radiator	↔ Heizkörper — Teil einer Heizung, der die Wärme in einen Innenraum übertragen soll
• element	→ beginsel; bestanddeel; element	↔ élément — partie unitaire d’un ensemble.