Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Ausbruch

Synoniemen voor "Ausbruch" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Ausbruch:
- Ausbruch; Flucht; Entkommen; Entwischen; Ausfall; Ausbrechen; Schrumpfung; Explosion; Ausladung; plötzlliche Enladung

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Ausbruch in het Duits

Ausbruch:

Ausbruch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ausbruch
der Ausbruch; die Flucht; Entkommen; Entwischen
- Ausbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entkommen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Entwischen [das ~] zelfstandig naamwoord
der Ausbruch
der Ausfall; der Ausbruch; Ausbrechen; die Schrumpfung
- Ausfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schrumpfung [die ~] zelfstandig naamwoord
der Ausbruch
der Ausbruch
- Ausbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
der Ausbruch
die Explosion; der Ausbruch; die Ausladung; die plötzlliche Enladung
- Explosion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausladung [die ~] zelfstandig naamwoord
- plötzlliche Enladung [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Ausbruch":

Eruption; Explosion