Duits

Uitgebreide synoniemen voor Ausrüstung in het Duits

Ausrüstung:

Ausrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausrüstung
    die Ausstattung; die Ausrüstung; die Verzierung; die Ausschmückung; die Ausstaffierung; die Girlande; die Zierde
  2. die Ausrüstung
    die Ausstattung; die Ausrüstung

Alternatieve synoniemen voor "Ausrüstung":