Duits

Uitgebreide synoniemen voor Band in het Duits

Band:

Band [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Band
    der Band; der Bund; die Auflage; der Anteil; die Auflegung; der Druck; die Ausgabe
    • Band [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Anteil [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflegung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Druck [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Band
    der Gedichtband; der Band
    • Gedichtband [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Band [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Band
    der Band
    • Band [der ~] zelfstandig naamwoord

Band [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Band
    Band; die Bindung; die Gebundenheit; Bündnis; die Verbindung; die Affinität
  2. Band
    Band; Bündnis; Verbunden sein

Band [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Band
    die Band; die Harmonie; die Fanfare; die Blaskapelle; der Spielmannszug
  2. die Band
    die Lautstärke; die Spalte; die Binde; die Decke; die Auflage; die Band; die Ausgabe; die Diele; die Spannung; die Bande; die Bindung; die Auflegung
    • Lautstärke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Decke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Band [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Diele [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spannung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bande [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bindung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflegung [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Band":