Synoniemen voor "Bau" in het Duits

der Bau; der Bausektor

• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Bausektor [der ~] zelfstandig naamwoord

die Konstruktion; die Struktur; der Aufbau; die Zusammensetzung; der Bau; die Errichtung; die Erbauung; die Bauart; der innere Aufbau

• Konstruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
• Struktur [die ~] zelfstandig naamwoord
• Aufbau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Zusammensetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Errichtung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Erbauung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Bauart [die ~] zelfstandig naamwoord
• innere Aufbau [der ~] zelfstandig naamwoord

die Umbildung; Umbauten; der Umbau; die Neugestaltung; die Umwandlung; der Bau; die Änderung; die Umgestaltung; die Konversion

• Umbildung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Umbauten [das ~] zelfstandig naamwoord
• Umbau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Neugestaltung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Umwandlung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Änderung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Umgestaltung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Konversion [die ~] zelfstandig naamwoord

System; die Struktur; die Zusammensetzung; der Aufbau; die Konstruktion; die Aufstellung; die Gestaltung; die Ordnung; die Anordnung; die Einteilung; die Rangordnung; der Bau; die Aufeinanderfolge

• System [das ~] zelfstandig naamwoord
• Struktur [die ~] zelfstandig naamwoord
• Zusammensetzung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Aufbau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Konstruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
• Aufstellung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Gestaltung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Ordnung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Anordnung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Einteilung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Rangordnung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Aufeinanderfolge [die ~] zelfstandig naamwoord

Gebäude; Haus; Pfand; die Baustelle; Gebilde; der Komplex; die Konstruktion; Grundstück; Los; der Einsatz; Baugelände; Fläche; der Bau; die Partie; die Einsätze; die Parzelle; die Erbauung; Unterpfand; der Aufbau; die Häuser; die Struktur; die Errichtung; der Schoß; Bauland; Teil; Gebiet; der Posten

• Gebäude [das ~] zelfstandig naamwoord
• Haus [das ~] zelfstandig naamwoord
• Pfand [das ~] zelfstandig naamwoord
• Baustelle [die ~] zelfstandig naamwoord
• Gebilde [das ~] zelfstandig naamwoord
• Komplex [der ~] zelfstandig naamwoord
• Konstruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
• Grundstück [das ~] zelfstandig naamwoord
• Los [das ~] zelfstandig naamwoord
• Einsatz [der ~] zelfstandig naamwoord
• Baugelände [das ~] zelfstandig naamwoord
• Fläche [das ~] zelfstandig naamwoord
• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Partie [die ~] zelfstandig naamwoord
• Einsätze [die ~] zelfstandig naamwoord
• Parzelle [die ~] zelfstandig naamwoord
• Erbauung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Unterpfand [das ~] zelfstandig naamwoord
• Aufbau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Häuser [die ~] zelfstandig naamwoord
• Struktur [die ~] zelfstandig naamwoord
• Errichtung [die ~] zelfstandig naamwoord
• Schoß [der ~] zelfstandig naamwoord
• Bauland [das ~] zelfstandig naamwoord
• Teil [das ~] zelfstandig naamwoord
• Gebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
• Posten [der ~] zelfstandig naamwoord

Anlegen; der Bau; Anschlagen

• Anlegen [das ~] zelfstandig naamwoord
• Bau [der ~] zelfstandig naamwoord
• Anschlagen [das ~] zelfstandig naamwoord