Duits

Uitgebreide synoniemen voor Binde in het Duits

Binde:

Binde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Binde
    der Zusammenhang; der Verband; die Beziehung; die Verbindung; die Konnexion; der Konnex; die Gemeinschaft; die Binde; der Vertrag
  2. die Binde
    die Schlinge; die Binde
    • Schlinge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Binde
    der Verband; die Binde; die Gaze
    • Verband [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gaze [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Binde
    der Verband; die Binde
    • Verband [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Binde
    die Lautstärke; die Spalte; die Binde; die Decke; die Auflage; die Band; die Ausgabe; die Diele; die Spannung; die Bande; die Bindung; die Auflegung
    • Lautstärke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Binde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Decke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Band [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Diele [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spannung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bande [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bindung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflegung [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Binde":

  • Bindenverband; Fascia; Faszie; sehnenartige Muskelhaut

Verwante synoniemen voor Binde