Duitse synoniemen van Ermächtigung, ander woord voor Ermächtigung

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Ermächtigung:
- Bevollmächtigung; Ermächtigung; Autorisation; Vollmacht; Prokura; Mandat; Zahlungsanweisung; Vollmachten

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Ermächtigung in het Duits

die Ermächtigung
die Bevollmächtigung; die Ermächtigung; die Autorisation
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
die Ermächtigung
die Bevollmächtigung; die Vollmacht; die Ermächtigung; die Autorisation
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vollmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
die Ermächtigung
die Ermächtigung; die Prokura; die Vollmacht; die Autorisation; Mandat; die Bevollmächtigung; die Zahlungsanweisung
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Prokura [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vollmacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Autorisation [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mandat [das ~] zelfstandig naamwoord
- Bevollmächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zahlungsanweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
die Ermächtigung
die Vollmachten; die Ermächtigung
- Vollmachten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermächtigung [die ~] zelfstandig naamwoord

Autorisation; Autorisierung; Befugnis; Berechtigung; Bevollmächtigung; Billigung; Erlaubnis; Genehmigung; Konzession; Lizenz; Plazet; Recht; Zulassung
Freibrief; Handlungsvollmacht; Mandat; Prokura; Vollmacht; Vollziehungsbefehl
Empowerment; Erlangung von Selbstbestimmung
Delegation; Rechtekontrolle; Rechtevergabe