Duits

Uitgebreide synoniemen voor Fall in het Duits

Fall:

Fall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fall
    der Kasus; der Fall
    • Kasus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Fall
    der Fall; der Vorfall; der Vorgang; der Zwischenfall
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorfall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorgang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zwischenfall [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Fall
    die Fälle; der Fall; der Problemfall; Objekt; die Geschichte; die Scherereien
  4. der Fall
    die Frage; die Sache; die Streitfrage; der Fall; Problem; die Angelegenheit
    • Frage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Sache [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Streitfrage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Problem [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Angelegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Fall
    der Untergang; der Fall; der Zusammenbruch
  6. der Fall
    der Gesichtspunkt; der Blickpunkt; der Zeitpunkt; die Hinsicht; die Sache; der Fall; der Blickwinkel; der Betreff; die Warte; die Streitfrage; der Gesichtswinkel; der kleinePunkt
  7. der Fall
    Verderben; der Fall
    • Verderben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Fall
    der Bums; der Knall; der Krach; der Plumps; der Schuß; der Fall
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Knall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krach [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Plumps [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schuß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
  9. der Fall
    der Zusammenbruch; der Einsturz; der Zusammensturz; der Fall
  10. der Fall
    der Fall
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Fall":


Verwante synoniemen voor Fall