Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Fiasko

Synoniemen voor "Fiasko" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Fiasko:
- Fehlschläge; Fehler; Mißerfolg; Mißlingen; Reinfall; Fehlgriff; Fiasko; Fehlschüsse; Scheitern; Fehlschlag; Fehlschuß

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Fiasko in het Duits

Fiasko:

Fiasko [das ~] zelfstandig naamwoord

Fiasko
die Fehlschläge; der Fehler; der Mißerfolg; Mißlingen; der Reinfall; der Fehlgriff; Fiasko; die Fehlschüsse; Scheitern; der Fehlschlag; der Fehlschuß
- Fehlschläge [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fehler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mißerfolg [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mißlingen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Reinfall [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fehlgriff [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fiasko [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fehlschüsse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheitern [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fehlschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fehlschuß [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Fiasko":

Debakel; Niederlage; Pleite; Verlust