Overzicht


Duits

Uitgebreide synoniemen voor Flausen in het Duits

Flausen:

Flausen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flausen
    der Scherz; der Streich; der Ulk; der Spaß; Späßchen; die Schäkerei; die Flausen; Spaßen
    • Scherz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Streich [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ulk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spaß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Späßchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schäkerei [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Flausen [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Spaßen [das ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Flausen":