Duits

Uitgebreide synoniemen voor Geheul in het Duits

Geheul:

Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geheul
    der Schluchzen; Jammern; Geheul; Weinen; Geweine
    • Schluchzen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Jammern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Weinen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geweine [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. Geheul
    Gejammer; Stöhnen; Flehen; Geheul; Gebell; Jammern; Gewinsel; Gewimmer; Geklage; Geächze
    • Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Flehen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebell [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Jammern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewinsel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geächze [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. Geheul
    Gejammer; die Klagen; Stöhnen; Gemecker; Geheul; Genörgel; Geschimpfe; die Schimpferei; Geklage
  4. Geheul
    der Lärm; der Krawall; Geschrei; Spektakel; Geheul
    • Lärm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krawall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geschrei [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Spektakel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
  5. Geheul
    Geheul; Wolfsgeheul

Alternatieve synoniemen voor "Geheul":