Duits

Uitgebreide synoniemen voor Genörgel in het Duits

Genörgel:

Genörgel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Genörgel
    Getratsche; Gequengel; Gejammer; Genörgel; Geleier; Gequake
  2. Genörgel
    Klagen; Geklage; Gemecker; Stöhnen; Gejammer; Genörgel
    • Klagen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geklage [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemecker [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gejammer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Genörgel [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. Genörgel
    Gejammer; die Klagen; Stöhnen; Gemecker; Geheul; Genörgel; Geschimpfe; die Schimpferei; Geklage
  4. Genörgel
    die Schimpferei; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe
  5. Genörgel
    Geschwätz; Klönen; Genörgel; Gequengel; Gezänk; Herumtollen; Getratsch; Geleier; Geseire

Alternatieve synoniemen voor "Genörgel":

  • Nörgelei