Duits

Uitgebreide synoniemen voor Halle in het Duits

Halle:

Halle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Halle
    die Halle; die Eingangshalle; Portal
  2. die Halle
    der Saal; der Raum; die Halle; Zimmer; die Sporthalle; großes Zimmer; die Räumlichkeit; der Kammer
    • Saal [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Raum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Sporthalle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • großes Zimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Räumlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kammer [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Halle
    die Eingangshalle; der Flur; die Halle; Portal; Vestibül; die Diele; die Vorhalle; der Eingang; der Entree
    • Eingangshalle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Flur [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Portal [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Vestibül [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Diele [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorhalle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Eingang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Entree [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Halle
    die Empfangsräume; der Empfangsraum; die Halle; der Salon; Empfangszimmer; Foyer; die Galerie
  5. die Halle
    Zimmer; der Kammer; der Raum; die Räumlichkeit; der Saal; die Lokalität; die Halle; der Platz
    • Zimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kammer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Raum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Räumlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Saal [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lokalität [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Platz [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Halle
    die Halle; Portal; die Vorhalle; die Eingangshalle
  7. die Halle
    die Halle; die Eingangshalle
  8. die Halle
    die Vorhalle; die Halle; die Eingangshalle; der Auktionsraum

Alternatieve synoniemen voor "Halle":